Balkenwerk is voor iedereen. Dressuurruiters, eventers, westernruiters - als je paardrijdt kan iedereen profiteren van goed uitgevoerd balkenwerk.
Wanneer je dit regelmatig doet, kan balkenwerk je paard sterker en flexibeler maken. Het verbetert ook hun vermogen om de achterhand te gebruiken en geeft meer expressie en cadans aan de gangen.
De FEI heeft drie oefeningen op een rijtje gezet die je gemakkelijk mee kan nemen in je trainingen.
Onthoud dat je dit soort oefeningen altijd geleidelijk introduceert. Zelfs stappen over balken kan best intensief zijn voor het paard, ook al laat hij dit niet altijd zien.
Oefening 1: Balken in stap
Leg zes balken in een rechte lijn. Als je paard nog groen is, weinig kracht heeft of niet gewend is aan balken, begin dan met de balken op de grond en zet als doel om elke balk stuk voor stuk aan een kant op te hogen.
Wanneer je geen rolmaat hebt om de afstanden in te schatten, doe dat dan door je voeten vlak achter elkaar te zetten, alsof je op een koord loopt. De afstand voor paarden zou ongeveer 80-90cm moeten zijn.
Omdat er geen zweefmoment in de stap zit, moet alle kracht om over de balken te komen vanuit de spieren komen. Dit is een goede manier om kracht in de midden- en achterhand te trainen en om het bekken mobieler en flexibeler te maken. Ook verbeterd het de kracht en buigmogelijkheden in het spronggewricht.
Oefening 2: Balken in een S-vorm in draf
Hier heb je ten minste acht balken voor nodig. Leg ze neer in een S-vorm. Vijf "koordpassen" van het midden tot het midden van elke balk is een goede schatting voor de afstand, ongeveer zo groot als een grote mensen stap. De balken vormen dan een waaiervorm op elke bocht van de S.
Zodra je paard is opgewarmd, draaf je in een arbeidsdraf over de balken. Je zal je paard met je benen en zit moeten sturen om ervoor te zorgen dat hij zijn lichaam buigt terwijl jij hem langs de bochten van de S leidt.
Wanneer je paard niet gewend is aan balken, kun je dit ongeveer 2-3 keer per kant doen voordat je verder gaat. Wanneer hij fitter wordt kun je dit vaker herhalen en er ook naar werken om de balken wat op te hogen.
Terwijl je hier doorheen rijdt, zul je snel merken dat je paard zijn achterhand moet aanspreken. Een actievere arbeidsdraf met meer afdruk is het resultaat. Deze oefening is echter ook erg goed om er achter te komen of er aan een kant een gebrek aan souplesse is, omdat je paard moeite kan hebben om van bocht te verwisselen. Dit betekent dat het ene achterbeen gemakkelijker geactiveerd wordt dan het andere.
Het kan een lastige oefening zijn, dus als je er moeite mee hebt, laat jezelf niet uit het veld slaan! Je kan altijd eerst de eerste helft van de S rijden en dan je paard van de balken wegsturen voordat je teruggaat voor de tweede helft van de S.
Oefening 3: Galopbalken in een waaiervorm
Veel mensen doen wel de klokvorm als een oefening met galopbalken, waarbij er vier balken in een volte neergelegd worden. Minder ruiters gebruiken de waaiervorm tijdens de galop, hoewel het wel vaak gebruikt wordt met drafbalken.
Leg drie tot vier balken in een waaiervorm neer met ongeveer drie grote stappen tussen het midden van de balken. Dit heeft als resultaat dat de binnenkant dichter bij elkaar ligt dan de buitenkant van de balken.
Door het midden galopperen zou een afstand moeten zijn waarin je paard er in een mooi ritme doorheen komt.
Rijd in een volte en galoppeer door het midden van de balken. Je paard moet ritme houden, buigen en doorgalopperen zonder te springen of er snel doorheen te gaan. Doe dit een paar keer op beide kanten. Wanneer je paard hier goed op reageert, kun je ook eens aan de buitenkant of binnenkant rijden om de galopsprongen te vergroten of te verkleinen.
Zodra deze oefening makkelijker wordt kun je er voor kiezen om de balken om en om aan dezelfde kant op te hogen. Je kan ook meer balken toevoegen en daarmee een kleine steilsprong ertussen zetten, of de cirkel juist vergroten wanneer je jezelf en je paard wilt uitdagen.
Deze oefening is ontzettend goed om de "push" van achteren te ontwikkelen en om de voorhand en middenhand te activeren. Door een gelijkmatig ritme te onderhouden, zal het paard zichzelf leren balanceren en leert het ook om niet op de voorhand te vallen, of om met het hoofd in de lucht er doorheen te vliegen. Hierdoor zal dus ook de bespiering in de nek en rug goed ontwikkelen.
Welke oefeningen doe jij graag met balken?