We zijn echt een speciaal soort volk.
Heb jij ook vrienden die niet paardrijden en geen baan binnen de paardenwereld hebben? Doen zij soms ook alsof je een buitenaards wezen vanaf een andere planeet bent? Hier zijn tien dingen die niet-paardenmensen nooit zullen begrijpen!
1. Ja, we houden écht van de geur van paarden en stallen!
Zij knijpen wellicht hun neus dicht wanneer ze rond een paddock lopen, maar wij denken dat het eau-de-paard gewoon hemels ruikt. Hooi, leder, zweet, dit zou allemaal tot een interieurspray ontwikkeld moeten worden zodat we ook thuis van deze geuren kunnen genieten.
Is dit er al? Mooi! Heb je een perfect verjaardagscadeau gevonden!
2. Met je rijkleding over straat is een ereteken
Omdat de fijne geur van stallen en paarden ons niks uit maakt, maakt het ook weinig uit als deze geur in onze kleding gaat zitten. En als we die kleding dan over straat ook aan hebben, dan dragen we dat met trots.
We zijn misschien 30 minuten langer bezig met het afspoelen van het paard in plaats van dat we zelf even onder de douche stappen. Daarnaast doen we een miljoen dingen tegelijk, waarbij een daarvan letterlijk een levend dier is die altijd aandacht nodig heeft.
En weet je wat? Een rijbroek en bijpassend jack ziet er vaak nog beter uit dan de huidige modetrends. Dat is waarschijnlijk ook waarom modeontwerpers onze stijl nadoen.
3. Het is niet onderhandelbaar
Serieus, we zullen je niet daten, niet trouwen en we zullen zelfs niet met je rondhangen als je niet eens een poging doet om het "paardending" te begrijpen.
Je hoeft geen serieuze ruiter te zijn, of het verschil te weten tussen een martingaal en een bit. Maar we vinden het wel fijn als onze vrienden in ieder geval een poging doen om de liefde voor onze paarden te begrijpen.
Als je zonder toestemming mijn miniatuurpaardenmodellen inpakt voor een liefdadigheidsactie, een brunchuitnodiging voor ons tweeën accepteert op dezelfde dag als de Nations Cup-finale, of smeekt om een Eventing-crosscountrybijeenkomst eerder te verlaten omdat je het koud hebt, Ik ben ineens “druk” als je belt. Drink wat thee en ga door, in hemelsnaam.
4. Begin tegen ons niet over "zware" sporten
Wij denken namelijk dat voetbal, hockey en rugby is voor mensen die een makkelijke sport willen beoefenen.
Jaja, we weten het. "Jij gaat gewoon op het paard zitten en die doet al het werk! Iedereen kan het doen! HA!"
Als je een heet paard door een marathonhindernis gestuurd hebt, waarbij het voelt alsof je 100kg in de sportschool opdrukt, of wanneer je een nare val hebt gehad waarbij je voet in de beugel bleef steken, dan kunnen we praten.
5. Hun trivia is niet onze trivia
Het kan ons vrij weinig interesseren wie de laatste Kpop-ster is, of wie er gecast is als de nieuwste superheld. Misschien kunnen we niet alle hoofdsteden van Azië opnoemen, of elk karakter van Jane Austen herinneren.
Maar wij weten wel wat de prijs van hooibalen is bij vijf verschillende winkels, wie de World Cups gewonnen heeft vanaf de eerste editie en we kunnen 20 verschillende bitten identificeren.
Ons brein is gereserveerd voor het onthouden van springparcoursen en dressuurproefjes. Je zou ons niet graag als partner hebben bij een pubquiz.
6. We zijn continue op onze hoede voor 'enge' dingen
Zie je die plastic tas die over de parkeerplaats heen waait? Dat zou mijn paard van een halve ton kunnen veranderen in een kwijlende brij die angstaanjagender is dan een turofoob (iemand die bang is voor kaas - wie had dat geweten?) op een rondreis door Nederland.
We zijn altijd op zoek naar alles wat onze rijdieren zou kunnen laten schrikken. Het is niet gek; het is gezond verstand. Op een dag, als je afscheid neemt van een paard dankzij een heel klein stukje vlaggetje dat amper beweegt in de wind, zul je het begrijpen.
7. Je zou van de vloer kunnen eten… bij ons op stal dan.
In ons huis? Zou ik niet aanraden!
Ja we geven het toe, we zijn selectief lui. We maken met plezier de zadelkamer schoon, maar wanneer het aankomt op afstoffen in de woonkamer? Laten we het zo zeggen; laat je witte handschoenen voor de stoftest maar thuis…
Geen zorgen trouwens, we huren wel een schoonmaakster in als er veel bezoek komt (of niet, dat geld geven we misschien wel uit aan een nieuwe deken voor het paard, of een dekje. Of laarzen.)
8. Ja, al die laarzen zijn écht nodig
Je kan nooit genoeg stalschoenen hebben. Wat maakt het uit dat ik alleen leef, maar mijn hal eruit ziet alsof ik de halve paardensportgemeenschap op bezoek heb?
Wat deze? Dat zijn mijn wedstrijdlaarzen. Dit zijn mijn oude wedstrijdlaarzen die ik voor de zekerheid houd. Dit zijn mijn nieuwe wedstrijdlaarzen, maar die moeten nog ingelopen worden. Dat zijn mijn laarzen voor training, dit zijn de laarzen die ik aandoe op buitenrit. Deze laarzen zijn voor als het echt enorm modderig is en deze zijn dan weer voor de kleinere stalklusjes.
Ik kocht de bruine laarzen op vakantie in Argentinië en de rode op vakantie in Australië toen ik vergat om de bruine mee te nemen. Die glitter-cowboylaarzen? Die zijn slechts voor feestjes, gekkerd!
Die klompen? Die zijn voor als ik even snel naar stal moet om wat te pakken, maar niet echt de stal ín hoef. De klompen met fleece zijn voor de winter natuurlijk.
9. We weten direct wanneer iemand een écht paardenmens is
Probeer ons niet voor de gek te houden door te denken dat jullie allemaal van paarden houden, terwijl dat niet zo is. Draag jij strandslippers in de paddock? Nee. Zijn uw jaszakken gevuld met pepermuntjes en suikerklontjes voor "noodgevallen"? Dat is een goed teken.
Paarden zijn een geweldige gelijkmaker. Je kunt al het geld van de wereld hebben en duizenden euro's in een paard stoppen op een high fashion rij-ensemble. Maar als je in het zadel klimt en er twee minuten later weer uitvalt, ben je gezien. (Eigenlijk hebben we je al gezien toen jij je laarzen niet stoffig wilde krijgen door naar de ingang van de stal te lopen en paardrijhandschoenen aan trok om je paard te aaien.)
10. Nee, je mag dat zadel niet uit de auto halen om meer ruimte te creëren.
Als we mijn auto meenemen om 's nachts uit te gaan (wat een BIG DEAL is omdat ruiters vroeg naar bed gaan om op een vreselijk uur voor zonsopgang op te staan), mag je absoluut onder geen beding het zadel verwijderen dat een vierkante meter in beslag neemt van waardevol zitvastgoed.
Ja, ik weet dat het mijn reservezadel is, maar ik ga zo snel mogelijk langs de zadelmaker om hem weg te brengen ter reparatie. Wat als je het eruit haalt, en ik hem vergeet wanneer ik hier eindelijk tijd voor heb?
Oh je vindt het stinken? Hadden we het daar niet al over gehad…?